De spraak van jonge kinderen moet steeds meer gaan lijken op volwassen spraak. Het komt voor dat kinderen klanken weglaten, vervangen of anders articuleren en dat dit niet (meer) passend is bij een normale spraak- taalontwikkeling.
Bij een beperkte spraakverstaanbaarheid is het kind niet altijd verstaanbaar voor ouders, andere familieleden, vriendjes, kennissen en de leerkracht. Het kind kan ernstige communicatieproblemen ervaren, zich meer terugtrekken in sociale situaties of juist gefrustreerd raken doordat anderen hem niet verstaan. Ook kan hij negatief over zichzelf gaan denken. Voor zowel ouders als kind kan dit heel moeilijk zijn.
In de praktijk behandel ik geen spraakverstaanbaarheidsproblemen ten gevolge van een aangeboren afwijking van de lip/kaak of gehemelte of die veroorzaakt worden door een syndroom, ernstige slechthorendheid of neurologische aandoening. Ik zal dan doorverwijzen naar een collega die ervaring heeft met deze etiologie. Wél behandel ik spraakontwikkelingsstoornissen waarbij de aard van het probleem talig, motorisch of planningsgerelateerd is. Zo kan er sprake zijn van een vertraagde fonologische ontwikkeling. Het kind maakt spraakfouten die horen bij kinderen met een jongere leeftijd, bijvoorbeeld: ‘kip’ wordt uitgesproken als ‘tip’. Of er is sprake van een fonologische stoornis. Hierbij gaat het om spraakfouten die niet in de normale ontwikkeling voorkomen. Bij een spraakontwikkelingsdyspraxie is er een verminderd vermogen in het plannen en programmeren van de opeenvolgende spraakklanken. Zo kan een woord als ‘pannenkoek’ wisselend worden uitgesproken, bijvoorbeeld als ‘pannentoek / pannensoek / pannenpoek’. Bij een fonetische articulatiestoornis zijn er problemen met het produceren/vormen van één of een paar spraakklanken. Een voorbeeld hiervan is het uitspreken van de /s/ tussen de tanden (slissen). Ook kan er sprake zijn van een mengvorm van bovenstaande spraakontwikkelingsstoornissen.
Een fonologische stoornis kan veroorzaakt worden door een onderliggende taalontwikkelingsstoornis (TOS). Een fonetische articulatiestoornis kan gerelateerd zijn aan verkeerde mondgewoonten zoals: speengebruik, duim- of vingerzuigen, langdurige flesvoeding of ademen door de mond. Het is nog niet precies bekend waardoor spraakontwikkelingsstoornissen veroorzaakt worden.
Tijdens de eerste afspraak wordt de logopedische hulpvraag besproken en uitgediept. Tijdens één of meerdere vervolgafspraken wordt logopedisch onderzoek verricht. Op basis van de verkregen gegevens en onderzoeksresultaten wordt in overleg bepaald of logopedische therapie zinvol en wenselijk is. De doelstellingen voor therapie worden gezamenlijk opgesteld en er wordt gestart met de therapie. Afhankelijk van de aard van de spraakontwikkelingsstoornis wordt een passende behandelmethode geselecteerd. Ik heb mij gespecialiseerd in de onderstaande behandelmethoden.
Wanneer het evenwicht in het functioneren van de spieren in en om de mond verstoord is, kan OMFT helpend zijn. Er is sprake van een verkeerd evenwicht wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een of meer van de volgende verschijnselen: mondademen, verkeerde stand van tanden/kiezen of kaken (bijv. een open beet) of bij slissen.
Met deze therapiemethode manipuleert de logopedist met haar handen de spraakbewegingen aan de buitenkant van het gezicht door gebruik te maken van tast, druk, specifieke plaatsing en timing. Prompt kan helpend zijn indien er bijv. sprake is van een fonetische articulatiestoornis en/of spraakontwikkelingsdyspraxie. We onderzoeken met elkaar of dit een passende behandelmethode is.
Wanneer er sprake is van een vertraagde fonologische ontwikkeling of een fonologische stoornis dan kunnen er verschillende behandelmethoden worden ingezet waaronder: Hodson & Paden, Metaphon en Core vocabulary therapy. Afhankelijk van de talige leeftijd van het kind en op welke wijze de fonologische stoornis zich uit wordt een passende behandelmethode geselecteerd.