Taal wordt de hele dag door gebruikt. Tijdens allerlei communicatieve situaties bijvoorbeeld in een klassensituatie, een telefoongesprek of tijdens sociale gesprekken/gebeurtenissen. Tijdens deze situaties gebruik je specifieke taal om je gedachtes te verwoorden, om vragen te stellen en je reageert op de informatie die de ander geeft.
Wanneer je problemen hebt met de taal dan heeft dit mogelijk effect op hoe je die specifieke communicatieve situaties ervaart, op je participatie in die situatie(s), zelfbeeld, en op je gedrag.
Taalproblemen kunnen op allerlei manieren voorkomen. Zo kan de woordenschat klein zijn, de zinnen te eenvoudig, de spraakverstaanbaarheid beperkt of de pragmatiek is matig. Kinderen kunnen hierdoor moeite hebben met het uiten van emoties en het communiceren met leeftijdsgenoten. Dit kan zorgen voor frustraties in het contact met anderen. Je kind kan in de klas ‘afdwalen’ met zijn gedachten omdat hij de lesinstructie niet begrijpt. Of je kind wordt ‘stil’ of ‘onzeker’ omdat hij doorheeft dat het communiceren niet vanzelf gaat en leeftijdsgenoten hier vaardiger in zijn.
Wanneer een kind taalproblemen heeft waardoor hij beperkt wordt in zijn communicatieve redzaamheid dan kan er mogelijk sprake zijn van een taalontwikkelingsstoornis (TOS) of een taalachterstand. Een belangrijk verschil tussen deze twee is dat een taalachterstand bij een kwantitatief en kwalitatief goed taalaanbod kan worden ingehaald. Bij TOS kan een kind, met de juiste begeleiding, ook een mooie ontwikkeling doormaken in zijn taal- en spraakontwikkeling maar zal het kind blijvende problemen houden met de taal. TOS kan specifiek zijn en ‘op zichzelf staan’ of niet-specifiek waarbij de TOS samenhangt met bijv. een algehele ontwikkelingsachterstand, autisme, ADHD of slechthorendheid. Ten onrechte wordt soms gedacht dat TOS veroorzaakt wordt door een meertalige opvoedsituatie. Dit is niet het geval want jonge kinderen zijn prima in staat om meer dan één taal te leren. Wel kan TOS ook voorkomen bij meertalige opgroeiende kinderen.
Tijdens de eerste afspraak wordt de logopedische hulpvraag besproken en uitgediept. Tijdens één of meerdere vervolgafspraken wordt logopedisch onderzoek verricht. Op basis van de verkregen gegevens en onderzoeksresultaten wordt in overleg bepaald of logopedische therapie zinvol en wenselijk is. De doelstellingen voor therapie worden gezamenlijk opgesteld en er wordt gestart met de therapie. Tijdens de logopedie wordt gebruik gemaakt van verschillende behandelmethoden. Ik heb mij gespecialiseerd in de onderstaande behandelmethoden:
Wanneer er sprake is van een meertalige taalontwikkeling kan je zeker ook terecht! Ik heb extra bij- en nascholingen gevolgd in het onderzoeken van meertalige kinderen en het adviseren van meertalige ouders. Daarnaast heb ik relevante werkervaring met de meertalige doelgroep. Het logopedische onderzoek zal meer tijd vragen in vergelijking met ééntalige kinderen omdat twee of meer talen in kaart gebracht moeten worden.
Ouders van jonge kinderen met problemen in de taalontwikkeling wordt geadviseerd om het Hanen ouderprogramma te volgen naast de logopedische sessies in de praktijk. Het ouderprogramma is bewezen effectief en bestaat uit 6 groepsbijeenkomsten en 4 huisbezoeken. De groepsbijeenkomsten van het ouderprogramma Praten doe je met z’n tweeën worden online aangeboden. Ik ben gecertificeerd Hanen-therapeut sinds 2016.
Soms is de inzet van ondersteunende communicatie prettig tijdens de therapie. Hierbij kan gedacht worden aan de inzet van ‘pictogrammen’ of de inzet van ‘Nederlands ondersteund Met Gebaren’ (NMG). De inzet van pictogrammen kan een behandeling bijvoorbeeld structureren waardoor een kind weet wat er van hem wordt verwacht. Door de inzet van gebaren kan een kind naast het horen ook zien wat er wordt gezegd. Samen bekijken we of ondersteunende communicatie nodig is en wat werkt om je kind enthousiast en gemotiveerd te houden tijdens verschillende activiteiten.