Stottertherapie

Stottertherapie zorgt ervoor dat je op een meer ontspannen wijze kan communiceren waarbij je zegt wat je wil en geen situaties meer vermijdt.

Website hero alt placeholder

Je kind kan last hebben van stotteren. Je ziet dat hij worstelt met zijn stotters en moeite heeft om vrij en ontspannen te spreken. Je kind geeft aan dat het praten ‘moeilijk is’ of ‘niet lukt’. Je observeert ‘secundair stottergedrag’ bijv. het gespannen knipperen met de ogen. Je maakt je zorgen als ouder. Jijzelf kan last hebben van stotteren. Je merkt bijvoorbeeld dat je bepaalde klanken vermijdt of dat je niet altijd alles kan zeggen wat je wil zeggen. Ook merk je op dat je negatieve gedachtes en gevoelens hebt ontwikkeld over je eigen spreken. Het komt soms voor dat je een sociale activiteit zoals een telefoongesprek vermijdt.

Bezoek op tijd een logopedist of logopedist-stottertherapeut indien je denkt dat je kind stottert. Bij jonge kinderen die kortdurend stotteren, bestaat er een flinke kans dat het stotteren herstelt.

Gevolgen van stotteren

Stotteren kan zorgen voor schaamte, angst of boosheid. Een gevolg hiervan is dat er meer spanning wordt opgebouwd rondom het spreken. Misschien vecht je tegen je stotters of vermijd je bepaalde woorden of sociale situaties om te voorkomen dat je gaat stotteren. Kinderen die stotteren worden soms gepest. Stotteren kan effect hebben op je kwaliteit van leven.

Oorzaken van stotteren

De onderliggende oorzaak van stotteren is onbekend. Wel lijken meerdere factoren van invloed te zijn op het ontstaan van stotteren. Zo hebben kinderen met een vader of moeder die stottert een grotere kans om ook te gaan stotteren. Ook lijken de hersenen van personen die stotteren iets anders te werken dan van personen die niet stotteren.

Tijdens de eerste afspraak wordt de logopedische hulpvraag besproken en uitgediept. Er worden verschillende vragen gesteld over het stotteren. Zo mag je onder andere de ernst van het stotteren inschatten en bepalen hoeveel last je hebt van het stotteren. Ook bespreken we welke rol het stotteren heeft in je dagelijkse leven en welke gedachtes en emoties het oproept. Er zal logopedisch onderzoek worden verricht om de stotterernst te beoordelen. Ook mag je één of enkele vragenlijsten invullen zodat een beter beeld van jouw ervaringen met het stotteren verkregen kan worden. Op basis van de resultaten volgt een adviesgesprek die je meer inzicht geeft in je stotteren of het stotteren van je kind. We bespreken of stottertherapie zinvol en wenselijk is. Gezamenlijk stellen we de doelstellingen voor therapie vast en wordt er gestart met therapie.

Er zijn verschillende therapiemogelijkheden om aan de slag te gaan met het stotteren van jonge kinderen waaronder het Demands and Capacities Model (DCM) en het Lidcombe Programma. Bij kinderen van 2 tot 6 jaar speelt de omgeving een belangrijke rol in de therapie. Samen gaan we op zoek naar de factoren die niet-vloeiende spraak uitlokken of die het stotteren in stand houden zoals ‘het stellen van veel vragen’ door de ouder of het gebruik van ‘een snel spreektempo’. Deze factoren gaan we aanpakken zodat het kind vloeiender kan spreken. Ook wordt er met het kind, indien nodig, gewerkt aan het versterken van zijn mogelijkheden op bijv. talig of motorisch vlak waardoor vloeiender spreken wordt gestimuleerd.

Gedurende de therapie zal je meer inzicht krijgen in je stotteren. Ook kom je te weten wat voor gedachtes je hebt over het stotteren, welke emoties het oproept en welk gedrag hiermee gepaard gaat. We kijken naar wat je vervelend en lastig vindt door het stotteren en wat helpt om makkelijk(er) te communiceren in het dagelijkse leven. Middels therapie kan eventuele gevoeligheid rondom het stotteren worden verminderd. Ook kan je spreektechnieken leren waardoor je kan anticiperen op een stotter of over het algemeen meer vloeiend gaat spreken. We gaan aan de slag met je hulpvraag op een manier die bij je past.

Broddelen is net als stotteren een vorm van niet-vloeiend spreken. Hierbij worden delen van een gesprek waargenomen als te snel en/of onregelmatig. Personen die broddelen zijn vaak minder goed verstaanbaar voor anderen doordat ze bijvoorbeeld veel uitspraakfouten maken en gebruik maken van abnormale pauzes, beklemtoning en spreekritme. Broddelen en stotteren komen vaak naast elkaar voor. Middels observatie en onderzoek kan broddelen worden vastgesteld en kan passende therapie worden geboden.